De opkomst van de privé-socialenetwerken

De tijd van de grootmachten binnen sociale netwerken is voorbij, waar Myspace en Hyves zijn opgevolgd door Facebook en Twitter begint de markt zich langzaam in kleine stukjes op te breken. Sommige mensen delen alleen foto’s (Instagram), willen het wat intiemer (Path) of houden het graag heel lokaal (Nextdoor). Kleine niche-socialenetwerken zijn in opkomst, kleiner dan Facebook, groter dan Whatsapp. Is dat de toekomst?

Facebook

Het lijkt erop dat Facebook zijn grootste tijd gehad heeft. Van de gigantische groei de afgelopen jaren is weinig meer over en van de verschrikkelijke beursgang zijn ze nog steeds niet bijgekomen. In een aantal landen heeft Facebook zijn top bereikt en neemt het aantal actieve gebruikers af. Ook in Nederland stagneert de groei en lijkt het erop dat de markt verzadigd is.

Dit is ook een van de argumenten die gebruikt wordt voor de daling in actieve gebruikers: iedereen die op Facebook wil, heeft al een account. Daarnaast begint het platform wat saai te worden, veel is er wezenlijk niet veranderd de afgelopen jaren. Natuurlijk zijn er veel wijzigingen geweest, de timeline werd geïntroduceerd, de newsfeed werd geüpdated en er kwamen manieren voor bedrijven om op Facebook te adverteren en zich te profileren. Maar de basis van Facebook, het delen waar je mee bezig bent met je vrienden en zien waar zij mee bezig zijn is hetzelfde gebleven, en daar lijkt het fout te gaan.

Eigenlijk zijn er 5 redenen waarom de groei van Facebook stagneert en in sommige landen het gebruik zelfs afneemt:

1. De mensen die een Facebook-account willen, hebben deze reeds aangemaakt, de ruimte voor groei is in veel landen laag.
2. Facebook wordt oud en saai, mensen stappen over op andere sociale netwerken zoals Instagram.
3. Mensen klagen dat Facebook te commercieel is geworden, je nieuwsfeed overspoeld wordt met “sponsored posts” en de sidebar een lange lijst veelal irrelevante advertenties is.
4. Jongeren verliezen interesse in Facebook en gebruiken massaal andere manieren om verhalen en foto’s te delen zoals Instagram en SnapChat.
5. Facebook is te onpersoonlijk, het aantal vrienden te hoog en de voorwaarden voor de privacy zijn slecht. Hierdoor winnen de privé-socialenetwerken aan populariteit en zijn ze hard aan het groeien.

Wat is een “private social network”?

De term privé-sociaalnetwerk wordt vaak samen genoemd met de term contextueel sociaal netwerk omdat het een vaak het ander is. Het begint eigenlijk bij het contextuele sociale netwerk. Waar Facebook gericht is op de massa, zijn er kleinere meer niche-socialenetwerken opgekomen, zoals bijvoorbeeld Instagram. Instagram richt zich van oorsprong op het maken en delen van foto’s en is binnen deze niche (context) zeer populair geworden.

Omdat contextuele sociale netwerken vaak een kleinere behoefte vervullen, is het aantal gebruikers lager, heb je gemiddeld minder vrienden, maar wordt de initmiteit juist groter. Netwerken die hier ook op inspelen zijn de privé-socialenetwerken. Het meest bekende privé-socialenetwerk is Path, een mobiel sociaal netwerk dat zich richt op intimiteit en privacy. Geposte gegevens kunnen uitsluitend bekeken worden door jouw vrienden en er is een maximum van 150 vrienden. Dit maximum zou overeenkomen met het aantal mensen waar we een stabiele sociale relatie mee kunnen hebben op elk gegeven moment.

De niche of context van Path is dat je vooral dingen deelt met goede vrienden en familie. En omdat je bereik vrij beperkt is ten opzichte van Twitter of Facebook, wordt de gedeelde content vaak persoonlijker. Dat mensen dit willen, blijkt wel uit de statistieken: waar de groei van Facebook stagneert, explodeert de groei van Path. Per week komen er 1 miljoen nieuwe gebruikers bij van over de hele wereld.

Andere voorbeelden zijn Nextdoor, een netwerk voor buurten en wijken als digitale vervanging voor het vroegere buurthuis en ASmallWorld, een netwerk voor de rijke reizigers onder ons, waarvoor je uitgenodigd moet worden. En wat te denken van Whatsapp? In wezen ook een privé-sociaalnetwerk waar mensen berichten sturen en foto’s delen met enkele personen of groepen en waar de informatie voor niemand anders beschikbaar is dan de ontvanger(s). Volgens de laatste tweets verwerkt Whatsapp ondertussen 27 miljard berichten per dag!

De toekomst

Hoewel Facebook minder populair wordt, is er een grote kans dat het nog wel een lange tijd gebruikt gaat worden. Het zal wel even duren voordat de 1 miljard actieve gebruikers Facebook links laten liggen en overstappen op andere sociale netwerken. Echter, het lijkt erop dat er een grote rol is weggelegd voor initiatieven zoals Instagram en Path, kleinere niche-netwerken die een specifieke behoefte vervullen, terwijl Facebook een meer algemene rol blijft spelen en meer op de achtergrond raakt.

Wat gebruiken jullie? Voornamelijk nog Facebook en Twitter, of ook Instagram, Path en andere netwerken?

LinkedIn met 5000 websites slachtoffer van DNS-fout

21 jun. 2013 door René Schoemaker

Nieuws - Het DNS van LinkedIn blijkt niet gekaapt, maar een menselijke fout bij een domeinnaamregistrar heeft in totaal 5000 domeinen enkele uren onbereikbaar gemaakt.

Een ‘menselijke fout’ van een medewerker van Network Solutions heeft gisteren de websites van “een klein aantal klanten” onbereikbaar gemaakt, meldt de registrar. Onder die klanten zat zakelijk sociaal netwerk LinkedIn.

“Donderdagmorgen was LinkedIn.com gedurende een korte tijd niet bereikbaar voor een groot deel van onze leden. Het bedrijf dat ons domein beheert liet ons weten dat dit door een fout van hun kant werd veroorzaakt. Ons team heeft het probleem snel kunnen verhelpen en de site werkt weer zo goed als naar behoren", stelt LinkedIn in een statement aan Webwereld.

Door de DNS-fout werden bezoekers geleid naar een landingspagina van de provider Confluence Networks, wat zorgde voor veel ophef omdat op die pagina naar verluidt het getroffen domein te koop werd aangeboden. Confluence Networks meldt zelf geen diensten aan te bieden, maar colocation te doen naar datacenters. Het bedrijf zegt geen schuld te hebben aan het incident.

Fout gemaakt tijdens DDoS-aanval

Network Solutions zegt dat tijdens het afweren van een DDoS-aanval een fout is gemaakt, waardoor de websites onbereikbaar werden. Het duurde enkele uren voordat de fout kon worden hersteld.

Cisco meldde gisteren dat er 5000 sites onbereikbaar waren geworden door de fout in de configuratie van de Domain Name System, dat de domeinnamen vertaalt naar het IP-adres van de te bezoeken website. Volgens Cisco werd verwezen naar ztomy.com in het DNS-verkeer, dat IP-adressen gebruikt van Confluence Networks. In eerste instantie dacht Cisco aan een bewuste aanval, en dat blijkt vanwege de eerder genoemde DDoS-aanval ook wel het geval te zijn, maar de werkelijke fout lag in de misconfiguratie die daarop volgde.

Facebook downloadtool lekt contactinfo 6 miljoen leden

22 jun. 2013 door Tonie van Ringelestijn

Nieuws - Een Facebook-tool waarmee gebruikers hun eigen data kunnen downloaden heeft per ongeluk contactgegevens van 6 miljoen gebruikers gelekt.

Contactinformatie van 6 miljoen Facebook-gebruikers is per ongeluk blootgesteld aan derden via de Facebook-tool waarmee gebruikers hun eigen data kunnen downloaden. Het gaat om telefoonnummers en e-mailadressen die zijn opgeslagen als onderdeel van algoritmes waarmee Facebook vriendsuggesties doet. Dat schrijft Facebook op zijn securityblog.

Onbedoeld gekoppeld

De gegevens waren onbedoeld gekoppeld aan de Facebook-accounts. Iemand die een archief van zijn eigen Facebook-data downloadde via deDownload Your Info-tool kon zo bij andermans informatie. De contactinformatie hoeft volgens Facebook niet juist of up-to-date te wezen. Het bedrijf stelt geen klachten over misbruik van de gegevens van gebruikers te hebben ontvangen. Ontwikkelaars en adverteerders kunnen de betreffende tool niet gebruiken.

White Hat

De bug is ontdekt in het kader van het White Hat-programma van Facebook, waarbij security-onderzoekers kwetsbaarheden kunnen indienen in ruil voor een financiële beloning. Na het bevestigen van de bug, heeft Facebook de downloadtool een dag lang afgesloten om het probleem op te lossen. Getroffen gebruikers worden per e-mail over het lek ingelicht. 

Google strijkt de helft van de mobiele advertentieinkomsten op

Van de 8,8 miljard dollar (6,5 miljard euro) die in 2012 aan mobiele online reclame is uitgegeven is 50 procent door Google verdiend. Het bedrijf strijkt daarmee bijna een derde van de totale jaarlijks digitale reclame-uitgaven op.

Dat concludeert Emarketeer op basis van eigen berekeningen. Vooral Facebook maakt volgens de site een enorme groei door.

Zo bood Facebook in 2011 nog helemaal geen advertenties op mobiele apparaten aan. In 2012 haalde het bedrijf al 470 miljoen dollar (350 miljoen euro) aan mobiele advertentie-inkomsten op. Verwacht wordt dat die inkomsten met en groei van 333 procent stijgen waardoor Facebook in 2013 ruim twee miljard dollar (1,5 miljard euro) aan mobiele advertenties zal verdienen.

Groei doormaken

Ook Google zal volgens Emarketer een forse groei blijven doormaken. Het bedrijf verdiende in 2011 nog 1,53 miljard dollar (1,14 miljard euro) aan mobiele advertenties, in 2012 was dat al 4,61 miljard dollar (4,3 miljard euro).

Die groei zou dit jaar met 92 procent doorzetten, wat Google 8,85 miljard dollar (6,62 miljard euro) zou opleveren. Dat is iets meer dan de totale 8,8 miljard dollar (6,5 miljard euro) in 2012 in totaal aan mobiele advertenties is uitgegeven.

Twitter

Ook dat totaal zou dit jaar oplopen, tot ruim 15 miljard dollar (11 miljard euro). Naast Google en Facebook zou ook Twitter van de groei profiteren.

De microblogdienst zou dit jaar kunnen rekenen op mobiele reclame-opbrengsten van ruim 300 miljoen dollar (224 miljoen euro), een ruime verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.

Bedrijven als Apple en muziekdienst Pandora zien hun inkomsten uit mobiele reclames volgens Emarketer juist teruglopen.

Sociale Media onrust is een speciaal soort onrust

in Categorie, Social 1084 Views 13 June, 2013 4 reacties By: Xaviera Ringeling Xaviera schreef 786 artikelen voor 42Bis

Over de auteur
Xaviera RingelingInitiatiefnemer van 42bis, grootblogbezitter en webspecialist, contentmeister, social chica. Eigenaar van Contentche...

Met onze massale aanwezigheid op sociale kanalen is een deel van onze cultuur met ons meegereisd naar het digitale. We maken ons niet alleen offline heel druk over dingen, maar doen dat ook online. Toch is er volgens onderzoeksbureau VDMMP een verschil tussen sociale media onrust en maatschappelijke onrust. Zij maken dat onderscheid naar aanleiding van het onderzoek Sociale media: factor van invloed op onrustsituaties? in opdracht van Politie & Wetenschap.
Het onderscheid dat VDMMP maakt is interessant. Het “onrust”- deel uit zich in beide gevallen op dezelfde manier: veel vragen, geruchten en reacties. Maar bij sociale media onrust kan het zijn dat de maatschappelijke onrust feitelijk meevalt en de reuring vooral op de sociale netwerken plaatsvindt. Natuurlijk kunnen ze ook samengaan, maar sociale media onrust als een op zichzelf staand fenomeen brengt een aantal hele eigen uitdagingen met zich mee.

Juiste en onjuiste informatie verspreidt razendsnel

Iedereen kan zich de zaak met de verdwenen jongetjes herinneren of anders toch de zaak van de vier tieners die een meisje het ziekenhuis insloegen. Op de verschillende sociale netwerken werden algauw tal van berichten gedeeld over beide zaken: soms met juiste en soms met onjuiste informatie. En anders dan offline was het hier ook mogelijk om in de zaak van de vier tieners foto’s van de verdachten (want nog niet veroordeeld, remember) te verspreiden met daarbij zelfs de oproep om hen wat aan te doen. Informatie die razendsnel de ronde deed en vaak niet geverifieerd was.
De politie kan  - en moet volgens VDMMP –  in dit soort zaken samen met partners en belangrijke beïnvloeders (pers, ketenpartners, maar ook bijvoorbeeld bekende Nederlanders of andere influencers) de regie-rol naar zichzelf toetrekken.

Zeven zaken geanalyseerd

VDMMP analyseert in het 160-pagina’s tellende onderzoek een zevental “incidenten”, hun impact in de “echte wereld” en die op het social web. Daarnaast analyseren zij de reactie en handelswijze van de politie zelf – (zowel on- als offline) en geven zij aanbevelingen. Elk incident wordt apart van aanbevelingen voorzien uiteindelijk volgen ook nog algemene aanbevelingen.
De analyses van de verschillende incidenten lezen weg als een spannend boek, maar geven je ook een kijkje in de wereld van de politie en de uitdagingen waarmee zij aan verschillende kanten als apparaat, als organisatie, als partner en als maatschappelijke speler, mee te maken hebben. En dat alles in een tijd waarin de burger soms sneller met het brengen van het nieuws is, dan dat het zich ontwikkelt.

Aanbevelingen

Het gehele rapport kun je hier lezen(pdf), maar de belangrijkste aanbevelingen staan hieronder, al zijn deze voor iedereen die zich al wat langer met sociale media bezighoudt natuurlijk voor de hand liggend.
De politie moet in elk geval (meer/beter):
Luisteren: ze moeten leren hoe ze moeten monitoren en hoe ze de daaruit verkregen data kunnen analyseren en gebruiken.
Produceren: de politie is gewend om pas feitelijke informatie vrij te geven wanneer bewezen/zeker is dat die informatie klopt. Maar in deze sociald media-tijd is dat niet altijd handig: burgers trekken hun eigen conclusies, zijn soms zelf getuige van een incident of speculeren bij gebrek aan feitelijke informatie. De politie zal de lacunes meer moeten gaan invullen en anders met dergelijke communicatie om moeten gaan.
Reageren: VDMMP benoemt hier een tendens van persvoorlichting naar publiekscommunicatie. Het verschil is dat er nu niet langer alleen moet worden geïnformeerd, maar in toenemende mate moet worden gereageerd. De politie is gewend dat de media de brengers zijn van hun boodschap: zij praten met de pers (of de persvoorlichter doet dat) en de pers brengt het bij de burger. Maar tegenwoordig is natuurlijk iedereen potentieel nieuwsmaker en heeft iedereen een podium. De politie heeft niet langer een beperkte groep die zij moeten informeren, maar moet de taak op zich nemen om het publiek als geheel te informeren.
Interacteren: de politie moet meer de samenwerking opzoeken met burgers en andere partijen. Als voorbeeld noemt het rapport het gebruik van bijvoorbeeld persfoto’s ten behoeve van de opsporing.
Als laatste benadrukt VDMMP dat om dit alles uit te voeren een uitbreiding nodig is van de capaciteit zodat er eerder en sneller kan worden gereageerd op gebeurtenissen in de offline wereld met impact online. Voor de politie dus geen sociale media-stagiaire en dat lijkt me (niet alleen voor bij de politie) meer dan terecht.
Bronnen: ANP, PolitieEnWetenschap, VDMMP

- See more at: http://www.42bis.nl/2013/06/sociale-media-onrust-is-een-speciaal-soort-onrust/#sthash.d0qCtxfh.dpuf

5 verschillen tussen leiders en managers

Pep Guardiola ‘Manager’ en ‘leider’ zijn geen synoniemen. Een manager die geen effectief leiderschap biedt, kan een bedrijf in korte tijd failliet doen gaan terwijl een groot leider – die niet noodzakelijk een manager is – een team kan transformeren in een uiterst effectieve probleemoplossingsmachine. Ondernemer Ilya Pozin somt vijf verschillen tussen managers en leiders voor LinkedIn. Managers geven antwoorden, leiders stellen vragen. Je ondergeschikten bevelen toeblaffen is de beste manier om je team tegen je op te zetten. Vraag teamleden om hun mening en schakel hen in in het beslissingsproces. Dat inspireert creativiteit, motivatie en onafhankelijkheid. Managers bekritiseren mensen, leiders vestigen de aandacht op fouten. Het heeft geen enkele zin om je teamleden publiekelijk aan de schandpaal te nagelen. Geef hen de kans om te leren uit hun fouten via onpersoonlijke, opbouwende kritiek. Managers vergeten bewezen diensten, leiders belonen elke vooruitgang. Erkenning geven aan je werknemers voor elke verwezenlijking zal hun interesse, passie en trots over hun job doen stijgen. Vergeet niet dat iedereen van appreciatie houdt. Managers concentreren zich op het slechte, leiders benadrukken het goede. Focus niet enkel op de zwakke punten van een project of werknemer want dan biedt weinig incentieven voor verbetering. Begin met lof, geef dan kritiek, en eindig met meer lof. Managers smachten naar erkenning, leiders bedanken hun team. Mensen met weinig leiderschapskwaliteiten zijn altijd de eerste om de eer voor zichzelf op te strijken. Een goed leider begrijpt echter het belang van een positieve en gedreven bedrijfscultuur.

Chinese socialemediagebruikers onthalen de Amerikaanse klokkenluider Edward Snowden als een held die voor mensenrechten vecht.

Ze vinden dat Hong Kong Snowden moet beschermen om de mensenrechten in de wereld te verbeteren.

Edward Snowden © epa.

Wang Xiaodong, een bekende Chinese schrijver, stelt: 'Deze jongeman is een ware strijder voor de mensenrechten'. Volgens Wang moet Hong Kong Amerikaanse druk om de klokkenluider uit te leveren weerstaan.

Edward Snowden, die openbaarde dat de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA op grote schaal telefoon- en internetgegevens verzamelt, is naar Hong Kong gevlucht omdat de stad als voorvechter van vrijheid van meningsuiting en mensenrechten bekendstaat. Dat zei hij in een interview met The Guardian.

Hong Kong heeft daarentegen laten weten zich aan het uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten te houden, melden Amerikaanse media. Parlementariër en voormalig minister van Veiligheid van Hong Kong Regina Ip Lau Suk-yee zei in lokale media: 'We hebben inderdaad een uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten en het is onze plicht om ons daaraan te houden.'

De Chinese staatsmedia berichten amper over Snowden of over de NSA.

Online consument wil bezorgkosten ontlopen

Ruim zes op de tien consumenten noemt het moeilijk kunnen beoordelen van een aankoop het grootste nadeel van online winkelen. Bezorgkosten worden door één op de vijf als belangrijkste nadeel beschouwd.

© Thinkstock

Ruim negen op de tien Nederlanders kiest ervoor om online aankopen thuis te laten bezorgen, slecht 5 procent haalt hun bestelling zelf af. Dat blijkt uit onderzoek van ING.

Eenvijfde is bereid te betalen om de bestelling de volgende dag in huis te hebben. Bijna driekwart wil best een paar dagen wachten als de bezorging in dat geval kosteloos is.

Vier op de tien consumenten noemt mogelijkheid tot vergelijken het belangrijkste voordeel van online winkelen. Thuisbezorgen, het besparen van tijd en de "openingstijden" worden ook als voordeel genoemd.

Boodschappen doet 97 procent het liefst in de winkel. Kleding wordt ook door 89 procent bij voorkeur offline gekocht. Electronica koopt een op de zes respondenten online.

Door: NUgeld.nl

'Criminelen dol op verspreiden malware via advertenties'

De hack op de advertentieleverancier van NU.nl eerder deze week is kwaadaardig van aard en toont een probleem dat vaker zal voorkomen. Criminelen gebruiken steeds vaker advertenties om kwaadaardige software te verspreiden.

Foto:  Thinkstock

Lees ook: Wat is malware?

Dat stelt beveiligingsexpert en botnetjager Rickey Gevers van Digital Investigation in gesprek met NU.nl. Woensdag werden bezoekers van NU.nl met kwaadaardige software geïnfecteerd bij het bezoeken van de website, zo werd een dag later ontdekt. 

De malware is een vorm van het Zeus-botnet. Dit botnet wordt door criminelen gebruikt om geld te stelen van bankrekeningen. Diverse malen werd geprobeerd dit botnet van internet verwijderd te krijgen, maar het blijft steeds weer de kop opsteken.

Volgens Gevers is het zogeheten 'open source' advertentieplatform OpenX vaker doelwit van hackers om kwaadaardige software te verspreiden. Door zwakheden in het platform is het aantrekkelijk om een botnet te verspreiden. Hij benadrukt dat een leverancier van advertenties via NU.nl enorm veel mensen bereikt. "Dat infecteren gaat dan heel snel", stelt Gevers dan ook.

"Het gevaarlijke is dat niet geklikt hoeft te worden om de malware te activeren. De mensen zijn geïnfecteerd zonder dat ze ook maar iets merken", legt hij uit. "Juist door zwakheden in het advertentieplatform is dit een populaire methode van botnet verspreiden geworden."

"Dit is niet wat je wilt zien. Natuurlijk kun je criminelen nooit helemaal buiten houden, maar we zetten wel alles op alles om dit in de toekomst te voorkomen", zegt hoofdredacteur Wouter Bax in reactie op de bevindingen van Gevers. "We zetten nu alles op een rijtje en kijken wat wij kunnen doen."

Antivirus

Bijkomend probleem is dat virusscanners niet de kwaadaardige software herkennen. "Tijdens de infectie via NU.nl herkenden maar twee van 47 virusscanners de programmatuur", stelt de expert. Gevers wist op het moment van schrijven te melden dat slechts 26 van de 47 virusscanners de software herkennen.

Overigens herkent de gratis software Hitmanpro de malware wel. Het bedrijf zegt iedere variant van het Zeus-botnet te herkennen en te kunnen verwijderen. Gevers benadrukt dat deze variant makkelijk te herkennen is, omdat het geen moeite doet zichzelf te verbergen.

Grote winkelstraten gedomineerd door ketens

• Studies
• 05-06-2013

Veel kleine zelfstandigen in de grote winkelstraten hebben de afgelopen tien jaar plaatsgemaakt voor winkelketens. Het aantal zelfstandige ondernemers in die periode is afgenomen met 45 procent, terwijl de aanwezigheid van filialen steeg met een kwart. Dit blijkt uit een onderzoek van DTZ Zadelhoff.

Vooral het aantal modeketens is de afgelopen jaren op A1-winkellocaties flink toegenomen. Het aandeel vierkante meters van kledingwinkels steeg van 37 procent in 2003 naar 43 procent vorig jaar. Het onderzoek concludeert dat de winkelstraten in de binnenstad vaker producten bieden met een korte levenscyclus.

Fast fashion-ketens en soortgelijke formules moeten de trendgevoelige collectie snel verkopen, anders is het alweer verouderd. Ze kiezen voor A1-locaties om zich te verzekeren van voldoende passanten en zijn bereid de hoogste winkelhuurprijzen te betalen. “Winkels met een productassortiment dat langer meegaat trekken weg van het A1-winkelgebied, omdat de huur te hoog is”, aldus Cuno van Steenhoven, voorzitter van het dagelijks bestuur van DTZ Zadelhoff.

De branchering in het kernwinkelgebied is onderhevig aan voortdurende verandering. Nieuwe businessmodellen als fast fashion en online verkoop zorgen voor een ander uiterlijk van de winkelstraten. Zo trekken retailers van producten met een langere economische levensduur zoals huishoudelijke apparatuur naar de schil. De opkomst van ecommerce heeft ook grote gevolgen gehad voor de aanwezigheid van witgoed- en elecktronicawinkels, maar tevens voor boeken- en platenzaken.

Een andere factor die het winkelbeeld in de grote winkelstraten bepaalt, is de toegenomen vrije tijd van consumenten. Het aantal winkels in de sport- en spelbranche is de afgelopen tien jaar toegenomen. Er wordt vooral geshopt bij grote filialen van winkelketens. Tevens komen er meer winkels met persoonlijke verzorging bij. Het gaat dan om winkelketens die producten bieden met een hoge belevingswaarde. Zij zorgen voor extra concurrentie voor de traditionele drogisterijketens.

Bron : RetailNews

eBay bouwt virtuele winkel in etalageruiten

Gepubliceerd: 5 juni 2013 12:43 
Laatste update: 5 juni 2013 12:43

 
 

eBay gaat in New York fysieke schermen plaatsen waar mensen producten kunnen bestellen. Het bedrijf probeert zo fysiek en online winkelen samen te voegen.

De eerste ramen worden op 8 juni geopend en de laatste zullen op 7 juli in bedrijf gaan. Alle schermen worden geplaatst in drukke gebieden van New York, zo weet Reuters te melden.

Via de virtuele winkels wordt kleding van het nieuwe merk Kate Spade Saturday verkocht. De schermen zijn 2,7 bij 0,6 meter en zullen geplaatst worden op de ramen van gesloten winkels.

Dergelijke schermen werden door eBay in 2011 al in New York neergezet, maar toen was het niet mogelijk om via het raam een bestelling te plaatsen. Nu kan dat wel en kan een klant het product via Paypal betalen en binnen een uur laten afleveren door een koerier.

Door: NU.nl/Colin van Hoek

Zelfstandigen verdwijnen uit grote winkelstraat

Het aantal zelfstandige winkeliers op populaire winkellocaties in Nederland is in de afgelopen tien jaar fors gedaald.

Foto:  ANP

Zelfstandige ondernemers namen in 2012 nog maar half zoveel winkelruimte binnen de zogeheten kernwinkelgebieden in als een decennium eerder. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van makelaar DTZ Zadelhoff.

De winkelbezetting door zelfstandige winkeliers is in de hoofdwinkelstraten teruggelopen tot ongeveer dertien procent. In 2003 namen zelfstandigen nog een kwart van het totale winkeloppervlak op die locaties in. De aanwezigheid van filiaalbedrijven is daarentegen met 25 procent gestegen in vergelijking met tien jaar eerder.

Gestegen huren

Het dalende aantal zelfstandigen in het kernwinkelgebied is toe te schrijven aan de gestegen huren in grote winkelstraten.

De huurstijging is veroorzaakt door het groeiende aantal winkelketens dat producten met een relatief korte levenscyclus en een lage prijs verkoopt. Voor deze ketens is winkelruimte in een gebied met voldoende passanten essentieel. Zij zijn zodoende bereid de hoogste huurprijs voor panden in populaire gebieden te betalen.

Zelfstandige winkeliers kunnen de huren vaak niet meer opbrengen. Zij zien zich daardoor genoodzaakt te kiezen voor een locatie in kleinschalige en compacte winkelgebieden vlak buiten de grote vestigingslocaties.

Door: Novum

LinkedIn voegt inloggen met extra code toe

1 jun. 2013 door Tonie van Ringelestijn

Nieuws - Ook LinkedIn heeft nu tweefactor beveiliging toegevoegd aan zijn site en apps. De netwerksite volgt daarmee andere grote internetpartijen.

LinkedIn heeft vrijdag ook tweefactorbeveiliging toegevoegd aan zijn site. Gebruikers moeten als ze inloggen vanaf een nieuwe apparaat behalve hun wachtwoord ook een extra code opgeven. Die code wordt naar hun mobiele telefoon gestuurd. Dat werkt ook met Nederlandse providers. De veiligere inlogmethode geldt zowel voor de site als de mobiele apps van LinkedIn.

De zakelijke netwerksite volgt hiermee het voorbeeld van onder meer Google, Facebook, Twitter, Wordpress en Apple die recent ook authentificatie via twee factoren invoerden. De beveiligingsmethode zou bij Apple geen extra bescherming voor iCloud-data en iPhone-backups geven, zo bleek deze week.

Hack

Voor LinkedIn vormde de hack van zijn site vorig jaar de aanleiding om tweefactorbeveiliging in te voeren. Toen kwamen miljoenen wachtwoorden van gebruikers op straat te liggen.

De gevolgen van het uitlekken van wachtwoorden zijn dankzij tweefactorauthentificatie minder groot, omdat de extra codes maar korte tijd geldig blijven. Gebruikers moeten de extra loginmethode wel zelf inschakelen.